|
 |
chillen op de antillen
|
 |
Curacao info
|
 |
|
 |
|
Waar Curaçao ligt in het zuidwestelijk
deel van het Caribisch gebied, zo'n 70 km ten noorden van Venezuela en op 9000 km van Nederland. Het eiland is 61 km lang
en 5-14 km breed. De oppervlakte is 444 km2. Het hoogste punt is de top van de Christoffelberg (375 m.)
Tijdsverschil Curaçao kent alleen zomertijd.
Tijdens de Nederlandse wintertijd is het op Curaçao vijf uur vroeger dan in Nederland, en tijdens de Nederlandse zomertijd
is het tijdsverschil zes uur.
Weer Omdat het relatief dichtbij de evenaar
ligt heeft Curaçao het hele jaar door een warm, zonnig klimaat. De gemiddelde temperatuur is 29º, maar door de passaatwinden
voelt het iets frisser aan. Tijdens het regenseizoen, van oktober tot februari, wordt het zonnige weer soms onderbroken door
korte maar zeer hevige buien. Het eiland ligt buiten de orkaanzone. Incidenteel kan een tropische storm die elders in het
Caribische gebied raast gedurende een of twee dagen ongebruikelijk bewolkt weer veroorzaken.
Mensen Curaçao heeft zo'n 140.000 bewoners.
Er komen meer dan 50 nationaliteiten voor. Vóór 1916 waren dat vooral Nederlanders, Portugese Joden en de nakomelingen van
Afrikaanse slaven. Vanaf 1916 tot ongeveer de jaren ‘50 maakte de olie-industrie Curaçao tot een economisch succes,
waardoor het eiland een aantrekkelijke bestemming werd voor immigranten uit de hele wereld.
Cultuur Curaçao is een mooi voorbeeld van
een multiculturele samenleving. Van alle etnische groepen die het eiland in de loop de eeuwen hebben verrijkt zie je wel iets
terug. Denk aan de vele Hindoestaanse winkels, Chinese restaurants, Portugese supermarkten, de Moskee in Otrobanda of de Synagoge
in Punda. De typische Antilliaanse cultuur is ontstaan uit Caribische, Europese, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse invloeden.
Enkele uitingsvormen van de Antilliaanse cultuur zijn de taal (het Papiamentu), de Antilliaanse muziek (tambu en tumba) en
bepaalde gerechten (zoals de cactussoep yambo, of de stoofpotten - stobà – van o.a. kip, geit of zelfs leguaan).
Taal Negentig procent van de bevolking
spreekt Papiamento, een taal die ontstond uit Afrikaanse en Europese talen. Je merkt vaak nog waar de woorden vandaan komen,
zoals in dit voorbeeld uit de praktijk: ‘bo ta bel mi bèk anyhow, toch' (je belt me hoe dan ook terug, toch?). Hoewel
het natuurlijk enorm leuk is om deze lokale taal te beheersen red je je tijdens je stage ook prima in het Nederlands. De meeste
Curaçaoënaars beheersen dat redelijk tot goed, helemaal in het bedrijfsleven. Engels en Spaans worden ook veel gesproken.
Officiële documenten en verkeersborden zijn in het Nederlands.
Geloof Tachtig procent van de bevolking
is katholiek. Deze groep is grotendeels van Afrikaanse oorsprong. Verder komen talloze godsdienstige groeperingen voor, zoals
Protestanten, Hindoes, Joden, Islamieten, Jehova's Getuigen en Zevendedags-Adventisten.
Economie In het begin/midden van de vorige
eeuw was de grote economische motor van het eiland de olieraffinaderij. Inmiddels is de nadruk verschoven naar toerisme en
de dienstensector. Denk met name aan financiële dienstverlening (offshore) en logistieke dienstverlening (transport en distributie
via Curaçao's strategisch gelegen zee- en luchthavens).
Staat Curaçao, Bonaire, St. Maarten, Saba
en St. Eustatius zijn de Nederlandse Antillen. Samen met Aruba en Nederland vormen deze eilanden het Koninkrijk der Nederlanden.
Er is zowel een ‘landsregering' voor alle Nederlandse Antillen als een eilandsregering voor Curaçao. Velen roepen dat
deze dubbele bestuurslaag te veel kosten en bureaucratie oplevert.
Strand! Waarom is het toch zo lekker om op het strand te zijn? De zon op je huid? De
verkoeling van het water? Of het feit dat je er uitsluitend bent om lekker niets te hoeven? Curaçao's zuidkust barst van de
stranden, dus ‘take your pick'. Van alle gemakken voorzien is Zanzibar, bij Jan Thiel. De aankleding is er Oosters,
de muziek lounge, en tussen de ligstoelen staan hemelbedden. Leuk om mensen te kijken en goddelijke pizza's te eten. Mambo
Beach, op Seaquarium Beach, is ook zo'n compleet verzorgd strand dat lekker centraal ligt. Ideaal om nog even te gaan zwemmen
als je stagedag erop zit. Het vakantiegevoel is tenslotte een belangrijke bonus van een stage op Curaçao. 's Avonds kun je
er regelmatig naar concerten van artiesten als Marco Borsato of Buenavista Social Club. Tip: zet een snorkel op en ga
achter de golfbrekers kijken. “Het lijkt hiero wel een aquarium”, hoorden wij daar ooit iemand met A'dams accent
verkondigen. Die enthousiaste uitspraak had ook kunnen slaan op elk strand van Banda Bou, de zuidwestelijke kant van het eiland.
Baaitjes als Jeremi, Knip en Daaibooi zijn rustig, intiem (maar niet in het weekend!) en gezegend met kristalhelder water.
Porto Marie, Cas Abou en Lagun zijn al even mooi, maar de beschaving is er wat verder doorgedrongen, wat fijn is als je tussen
het zonnen door een patatje wilt bestellen. Bij Playa Forti kun je een spectaculaire jump van de rotsen maken (op je eigen
verantwoording). Golfsurfers springen bij Playa Kanoa, het enige strand aan de ruwe noordkust. Het toppunt van strand? Klein
Curaçao, dat leidt geen twijfel. Dit onbewoonde eilandje ligt 12 km onder haar grote broer en heeft een van de mooiste stranden
ter wereld. Als je er met het zeilschip Insulinde op afvaart voel je dat je lééft. Tenzij je zeeziek wordt, maar dat komt
op deze ‘smooth' zeilende boot vrijwel nooit voor. De BBQ en het saladebuffet aan boord zijn trouwens veel te lekker
om aan de vissen door te spelen. Diezelfde Insulinde neemt je trouwens ook graag mee op een ‘sunset snorkeltrip', waarbij
je achtereenvolgens snorkelt bij een gezonken sleepboot in de Caracasbaai en een duizendkleurige zonsondergang bewondert op
het Spaanse water.
Onderwater Curaçao is onder water misschien nog wel mooier dan erboven. Duiken is daarom
ongekend populair en helemaal niet moeilijk. Je zweeft gewichtloos in een wereld van glashelder water, gekleurde koralen,
tropische vissen en hier en daar een scheepswrak. Het enorme gezonken textielschip Superior Producer is één van de meest waanzinnige
onderwaterattracties van het eiland. Op dertig meter diepte zwem je de stuurhut in en zie je hoe 57 meter gezonken staal zich
uitstrekt over de kleurrijke zeebodem. Absoluut een levensorgasme. Een introductieduik bij Atlantis Diving is dus wel het
minste dat je aan jezelf verplicht bent. Eenmaal begonnen is de kans op verslaving groot en voordat je het weet (binnen zo'n
zeven duiken) heb je je officieel erkende PADI-duikbrevet, waarmee je overal ter wereld kunt gaan duiken. Als je het eiland
na je stage zonder zo'n duikbrevet verlaat krijg je van de douane een oud-Antilliaanse en zeer pijnlijke oorvijg. Terecht,
vinden wij.
Avontuur Als je afgedaald bent in de diepten van de oceaan (of het uitgaansleven), waarom
dan niet ook naar het hoogste punt van Curaçao: de Christoffelberg? Beklimmen dat ding, en het onvoorstelbare uitzicht op
de top bewonderen; maar wel met de juiste voorbereiding. Begin ‘s ochtends vroeg (het liefst om 8 uur, als het Christoffelpark
opengaat), draag goede wandelschoenen (dus géén Reefs of andere slippers!), smeer je royaal in en neem veel water mee. Onderschat
de zwaarte van de klim niet en ga zéker niet klimmen met een kater! In hetzelfde Christoffelpark is het ook uitstekend mountainbiken,
net als aan de andere kant van het eiland bij Caracas Bay Island. Daar verhuren ze naast de terreinfietsen ook kayaks, kano's
en jetski's. Dé plek voor actievelingen, dus. Hoewel je Dutch Dream in Landhuis Papaya ook niet moet uitvlakken. Dit is de
organisatie waarmee je de meest uiteenlopende outdoor-activiteiten kunt ondernemen. Of het nou gaat om een jeepsafari, ruige
klim- of hikingtochten, of kayakken in de azuren Caribbean, Dutch Dream maakt er een ware belevenis van. Wil je het ruige
binnenland bewonderen? Neem dan contact op met ‘Uniek Curaçao'. Natuurmens Theo van der Giessen kent het eiland als
geen ander.
Rondje Westpunt Leuke dagen kunnen er niet genoeg zijn, en met een ‘rondje Westpunt'
zit je altijd goed. Deze klassieke dagtrip brengt je langs een aantal bijzondere attracties, en is érg leuk om te doen. Langs
de Weg naar Westpunt vind je historische landhuizen als Papaya en Daniël (heerlijk eten!). Bij Hofi Pastor kun je wandelroutes
volgen (de langste duurt bijna een uur) langs veel mooie oude tropische bomen. Even verderop is de vlakte van San Pedro, waar
rondcrossen in een gehuurde jeep enorme rode stofwolken en dikke pret veroorzaakt. Bijna nog leuker is Shete Boka. Hier zie
je gigantische golven met indrukwekkend geweld op de Noordkust beuken. Enkele kilometers westwaarts is Jaanchi's, een intiem
restaurantje waar je onder meer leguaan kunt eten. (Gefokte leguanen, want wilde leguanen zijn beschermd!) Aan het twee penissen
bezittende reptiel wordt een potentieverhogende werking toegeschreven. Ik zou er m'n geld niet op inzetten, maar het smaakt
best lekker (naar kip). De reis gaat verder naar Westpunt. Vanuit een gezellig barretje (waar je die leguaan kunt wegspoelen)
heb je een paradijselijk uitzicht over de zee, de vissersbootjes en de springers bij Playa Forti. Via de weg langs de zuidkust
kun je nu weer terug. Dit is het moment om naar Knip, Santa Cruz of een van de andere eerder genoemde baaitjes te gaan. Als
je bruin en uitgerust weer in de auto stapt is het tijd om je te vergapen aan het even bergachtige als duizelingwekkende uitzicht
bij Santa Martha. Wow. Een paar jaar geleden werd elders op het eiland een snackbarhouder aangehouden wegens het verkopen
van broodjes flamingo. Hij was strafbaar, want de roze vogels horen bij Landhuis Jan Kok te staan, waar het schijnt te spoken.
Wellicht zijn de rusteloze geesten van opgegeten flamingo's hier debet aan.
De stad in Stadswijken Punda en vooral Otrobanda zijn de laatste jaren flink gerenoveerd.
Dit is ook de plek waar we de meeste studentenhuizen bouwen. Vanuit je bed rol je via het Waaigat zo het centrum in. Je kunt
er eindeloos shoppen bij de vele goedkope kledingwinkeltjes of op de drijvende markt, een verzameling Venezolaanse groente-
en fruitbootjes. De Pontjesbrug die Punda en Otrobanda verbindt zwaait enkele malen per dag open om bijvoorbeeld grote cruiseschepen
de haven in te laten. Het Van der Valk-hotel bij de ingang van de haven is trouwens het enige hotel ter wereld dat verzekerd
is tegen aanvaringen met cruiseschepen. Vanuit restaurant / bar de Gouverneur heb je naast heerlijk eten een prachtig
uitzicht over de Annabaai. De historische architectuur in Punda en Otrobanda is zonder meer de moeite waard. Waarom alle huizen
zo'n blije kleur hebben? Het verhaal gaat dat een 18de-eeuwse gouverneur hoofdpijn kreeg van de smetteloos witte geveltjes
die de zon weerkaatsten en daarom een wet uitvaardigde die iedereen verplichtte zijn huis te schilderen. Minder bekend is
dat deze gezagsdrager aandelen bezat in de verffabriek. Wijlen knuffeljunk Herman Brood wist met verf ook wel raad. Als je
goed oplet is zijn graffiti her en der waar te nemen.
Cultuur Je zou niet met jezelf kunnen leven als je tijdens je stage niet wat cultuur
geproefd had, en daarvoor ben je in de stad aan het juiste adres. Wie denkt dat cultuur op Curaçao zoiets betekent als beschilderde
kokosnoten en weefgetouwen van cactushout zit mis. Ga maar eens naar museum Kura Hulanda, waar de tentoonstelling over de
slaventijd zoveel impact heeft dat menig bezoeker met betraande ogen achter de Oakley weer naar buiten komt. Niet overslaan.
Een andere absolute aanrader is het Maritiem Museum, in een schitterend gerenoveerd pand in de wijk Scharloo. Deze nieuwe
attractie geeft je op een knappe en overzichtelijke manier een fascinerend beeld van Curaçao's roerige zeevaartgeschiedenis.
Er is veel multimedia gebruikt, en samen met oude kaarten een scheepsmodellen brengt dat het verleden verrassend tot leven.
Ook de wisselende tentoonstellingen zijn de moeite waard. Curaçao kent sinds 1651 een Joodse gemeenschap, en als je daar meer
over wilt weten moet je naar het Joods Cultuurhistorisch Museum, dat deel uitmaakt van de Synagoge. Dit is een van de mooiste
oude gebouwen van het eiland. Het Curaçao Museum brengt de historie van Curaçao verdienstelijk in beeld en toont daarnaast
het werk van lokale kunstenaars. Teatro Luna Blou biedt film, theater en cabaret.
Haaien Onder het motto ‘laat een ander ook eens wat proeven' kun je bij het Seaquarium
haaien uit je hand laten eten door een gaatje in een plexiglas scheidingswand. Zwemmen met dolfijnen mag je niet overslaan;
toeristisch, maar indrukwekkend en leuk. Aan de oostkant van het eiland vind je de Ostrich Farm. Deze ecologische struisvogelboerderij
biedt naast een onderhoudende rondleiding heerlijke struisvogelgerechten. Je kunt nog nét niet de vogel aanwijzen die als
leverancier van jouw carpaccio moet dienen.
En verder nog… We willen niet de indruk wekken dat bezienswaardig Curaçao een
hapklare brok is die je in zijn geheel achteroverwerkt door alle attracties in dit artikel af te gaan. Er is nog veel meer
(zoals de grotten van Hato of Den Paradera Herb Garden), maar dat moet je zelf maar ontdekken. Let in ieder geval op de evenementen
die elke week aangekondigd worden in de gratis uitgaansgids K-Pasa. Een ‘major event' is bijvoorbeeld het carnaval,
een uitzinnig feest met eraan voorafgaand het Tumbafestival, een soort nationaal songfestival voor de beste carnavalskraker,
en als apotheose de Gran Marcha, een extatische optocht door de straten van Otrobanda. Zingen, dansen, drinken, vrijen. Wat
een feest. Net zoals het hele eiland eigenlijk. Weet je zeker dat je naar huis gaat na je stage?
4000 jaar geschiedenis in 135 woorden Tot de 20ste eeuw is Curaçao qua geschiedenis
vergelijkbaar met veel andere Caribische eilanden: eerst een paar duizend jaar bewoond door Indianen tot de ‘ontdekking'
door de Spanjaarden, daarna veroverd door een andere Europese grootmacht (in dit geval Nederland), commercieel opgebloeid
door de gruwelijke slavenhandel en daarna in het slop geraakt. De Curaçaose economie kreeg pas in 1918 weer vleugels door
de opening van de Shell-raffinaderij. Die bracht veel welvaart, werkgelegenheid en immigranten van over de hele wereld. Het
succes nam pas af in de jaren ‘60. Op dertig mei 1969 bereikte de economische en raciale frustratie (alle machtsposities
waren tot dan toe in Nederlandse blanke handen) een dieptepunt met rellen en plunderingen in Willemstad. Die werden hardhandig
neergeslagen, maar brachten op termijn wel maatschappelijke veranderingen teweeg. In 1973 werd de eerste zwarte Minister-president
verkozen.
|
 |
|
 |
|
 |
|
|
 |
|
|
|